Motivatie

‘Voor ons was het tijd om te settelen. We woonden in Den Haag in een appartement tussen drukke gezinnen. Ik heb overal gewoond maar op dat moment was ik wel klaar met de drukte. En mijn zoon ook. Vijf jaar geleden zagen we dit huis te koop staan aan de rand van Goverwelle. Moet je kijken hoe groen het hier is! Mensen vinden de wijk stenig, maar dat gevoel heb je hier toch niet? Ik hou van steden met een geschiedenis. Dat vind je in Gouda. Je kunt daarachter zo de dijk op en de stad uit. Ik ben ook echt een liefhebber van de stoptrein en station Goverwelle. Ik kan altijd zitten en ben sneller op mijn werk- ik werk nog bij Buitenlandse zaken, maar dat komt zo wel- dan toen ik in Den Haag woonde. Laat ik eerst iets over mijn ouders vertellen. Mijn pake en beppe waren communisten uit het Bildt, een arme streek langs de waddenzeedijk. Iedereen was voor hen gelijk en iedereen was altijd welkom. 

Dat mijn moeder met een Indische man uit Dokkum thuiskwam, was voor hen geen probleem. Ook niet dat zijn familiegeschiedenis gevuld is met KNIL-militairen en koloniale onderdrukking. Dat kun je een individu niet aanrekenen, vonden ze. Heb je de foto’s in de gang gezien? Dat noem ik mijn stamboom. Op die daar in het midden scheuren mijn Indische grootouders op een vespa door Dokkum. Ik ben opgegroeid in Leeuwarden. Toen ik zeven was, kwam ik er achter dat ik het enige kind in de klas was met een wat bruinere huid. Bij mijn hartsvriendin mocht ik niet naar binnen en haar moeder schold mij uit. Keiharde discriminatie. Toen ben ik thuis vragen gaan stellen en heb in de atlas Indonesië opgezocht. Ik ben vanaf toen over dat land gaan fantaseren. In Kampen heb ik een opleiding journalistiek gedaan. Omdat ik het interessant vond om te leren hoe menselijk gedrag beïnvloed wordt door cultuur ben ik daarna nog met Antropologie begonnen aan de UvA. Dat heb ik niet afgemaakt want ik ging op reis naar Java. Nota bene in de geboorteplaats van mijn vader liep ik mijn man en de vader van mijn twee zonen tegen het lijf. Van mijn 22ste tot 44ste heb ik lange perioden buiten Nederland gewoond. Vooral in Djakarta, maar ook nog in Jemen. 

Ik ben gaan werken voor Buitenlandse Zaken, bij Nederlandse ambassades. Paspoorten en visa regelen, subsidies aan ngo’s, mensen helpen, de burger centraal, dat vind ik belangrijk. Vorig jaar rond deze tijd zat ik in het crisisteam Afghanistan om te helpen om de tolken en hun families te repatriëren.  Denken vanuit de burger, polarisatie, klimaatbeleid, onze koloniale geschiedenis, dat zijn ook thema’s waar ik me in de raad voor inzet. Ik heb een leergang Burgerschap bij G1000 gedaan. Een burgerberaad en participatie, Gouda Bruist, dat soort zaken zijn belangrijk. Het is van belang dat iedereen kan meedoen en de mogelijkheid krijgt om te leren en echt zelf mee te beslissen over belangrijke onderwerpen. Ik heb in juli raadsvragen gesteld omdat ik vind dat we eens een goed historisch onderzoek zouden moeten doen naar onze koloniale geschiedenis. Rotterdam geeft een heel mooi voorbeeld. Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, KITLV, heeft niet alleen de koloniale geschiedenis van de stad uitgeplozen maar heeft ook nagedacht over de erfenissen die je vandaag nog ziet. Dat één op de acht Rotterdammers tot slaaf gemaakte voorouders heeft bijvoorbeeld. Ik zou blij worden met een mooi onderzoek en boek over het Goudse koloniale verleden in opdracht van de raad. Niet om individuen te beschuldigen of excuses te eisen, maar wel om de institutionele betrokkenheid goed te laten zien en te ontdekken hoe het onze stad gevormd heeft. 

Waarom hebben wij een Peperstraat en een Komijnsteeg en wat hebben Frederik en Cornelis de Houtman op Ambon, Bantam en de Molukken gedaan? Weet je dat het aan de ontdekkingstochten van die broers te danken is dat Gouda een afvaardiging kreeg in het bestuur van de VOC, de heren zeventien, en dat Gouda ook bij de West-Indische Compagnie betrokken was? Maar kennen de inwoners van nu dat verhaal? We vieren dit jaar 750 jaar stadsrechten en er trekken Goudse giganten als Erasmus en Coornhert door de stad. Prima, maar ik hoor of zie niets over het koloniale verleden. Wist je dat op het monument in het Houtmansplantsoen een tekst staat waar de inwoners van Gouda zich ‘het dankbare nageslacht’ noemen en de broers als ‘inboorlingen van Gouda’ gedenken en bedanken voor ‘het verbond met Insulinde’. Dat kan toch niet, zo’n tekst. Verbond? Dat ging om dwangarbeid en het afstaan van je oogst: geef me je specerijen of ik schiet je kapot inboorling! Daar moeten we bij stilstaan in boeken, het onderwijs of bijvoorbeeld een permanente expositie in het museum. 

En dan staat er midden op de markt  ‘de steen des aanstoots’. Zo noem ik die plaquette in de zijgevel van het stadhuis. Daar staan de namen van Goudse soldaten die in de strijd om ‘orde en vrede’ tijdens de politionele acties tussen 1946 en 1949 omkwamen. Dat eenzijdige koloniale perspectief. Verschrikkelijk, daar schaam ik mij voor. Zulke teksten laat ik mijn Indonesische vrienden toch liever niet lezen. Als we echt een diverse inclusieve stad willen zijn, die gastvrij is voor iedereen, dan moeten we ook het Goudse koloniale verleden bespreken. Niet alleen dat met Indonesië, maar ook met Zuid-Afrika, Ghana, Suriname en waar ook. Nee, ik heb nog geen antwoord op die schriftelijke vragen gehad, gisteren kreeg ik bericht dat de beantwoordingstermijn met twee maanden verlengd wordt. Ik hoop dat dit betekent dat Burgemeester en Wethouders er serieus op in willen gaan. Ik zou heel blij zijn als wij over een paar jaar net zo’n mooie KITLV-publicatie hebben, als Rotterdam die nu heeft ’.

Afbeelding van de steen des aanstoots

Ambitie 

‘Ik ben met voorkeursstemmen gekozen. Toen het bestuur in 2021 mensen opriep om te helpen bij de campagne, heb ik mij gemeld. Folders rondbrengen, meelezen: ‘leuk dat doe ik‘, dacht ik. Het was niet direct mijn bedoeling om raadslid te worden. Het is nu wel een feit en ik ga er voor. De raad is  totaal geen afspiegeling van de samenleving.  Ik wil daar bewust wel aan bijdragen, al blijft het moeilijk om een diverse kieslijst te maken. Inclusie betekent ook dat je er altijd aan moet werken om de ander zich thuis te laten voelen, maar ook iedereen geaccepteerd en gewaardeerd te voelen. Ook andere partijen in de raad zouden daar hun best voor moeten doen. Met zijn vijven hebben we de onderwerpen nu goed verdeeld, vind ik. Ik kan me gelukkig storten op onderwerpen waar mijn hart ligt. Diversiteit, participatie, inclusie, maar vooral een CO2 neutrale stad in 2040 vind ik belangrijk. Ik wil me niet alleen maar in vergaderzalen op laten sluiten. Het leuke van het raadslidmaatschap is dat je heel veel bijeenkomsten in de stad kunt bezoeken, mensen leert kennen en op plekken komt waar je anders niet zo snel zou komen. Daar wil ik tijd voor vrij maken. Het is mijn ambitie om de klimaatdoelen versneld te gaan halen. Dat is echt iets waar iedereen aan mee zouden kunnen doen. Ook met kleine ingrepen. Al die compleet betegelde voor- en achtertuinen zijn toch verschrikkelijk. 

Het zou fantastisch zijn als we een Gouds G1000 burgerberaad houden en de aandacht voor de impact van het koloniaal verleden beklijft. Ik hoop bij de verkiezingen van 2026 op nog meer zetels en daarna twee wethouders van GroenLinks. En nog even over mijn werk. Ik heb 23 jaar gewerkt bij Buitenlandse Zaken en weet sinds vorige week dat ik in december over stap naar de IND op Schiphol. Ik ga asielaanvragen beoordelen. Ik heb er zin in om ook daar weer direct met mensen te werken en ook zo de burger centraal te kunnen stellen.’

 

NB. Iedere geïnteresseerde in het koloniale en slavernij verleden kan contact opnemen met Sandra op sandra.brouwer@gouda.nl. Mensen met een Surinaamse, Antilliaanse, Indische of Molukse afkomst worden met name opgeroepen om te reageren. 

 

Arnout Menkveld, september 2022