Zo had Gouda bewindhebbers in de WIC en de VOC. Rijke Goudse families investeerden in koloniale goederen en plantages. Uit een historisch onderzoek moet volgens GroenLinks blijken wat er precies is gebeurd. Dat is een goede basis om de dialoog te voeren over hoe we hier mee omgaan en op welke manier we onze monumenten kunnen handhaven. Er wordt steeds meer bekend over de betrokkenheid van Gouda bij kolonialisme en slavernij. GroenLinks is blij dat het college een belangrijke stap zet richting de uitvoering van een historisch onderzoek.
Sandra Brouwer: “We zijn blij dat het college het serieus neemt en een onderzoek overweegt. Ik wil nog niet vooruitlopen op de consequenties uit een dergelijk onderzoek. We verwachten dat er daarna meerdere scenario’s mogelijk zijn. Als er daadwerkelijk banden zijn geweest tussen het Gouds gemeentebestuur en de rol in het koloniale verleden, of het slavernijverleden, dan zou een mogelijke uitkomst kunnen zijn om excuses te maken als gemeentebestuur. Dat zou ook geen rare consequentie zijn, op basis van wat er op dit moment al over bekend is, onder andere over de rol van de gebroeders Houtman.
We weten nog niet hoe het onderzoek eruit zou moeten zien. Dat is een taak van de wethouder. Maar te denken valt aan vragen als: Was Cornelis de Houtman de eerste Nederlander die een vrij mens tot slaaf maakte? Was Frederik de Houtman actief betrokken bij de genocide op Banda? Hoeveel heeft Gouda als stad verdiend aan de opslag en doorvoer van exotische goederen? Welke beslissingen namen Gouwenaren als bewindhebbers in de WIC en VOC?
Wat GroenLinks betreft moeten we het gesprek voeren over de betrokkenheid van Gouda bij deze zwarte bladzijden in onze geschiedenis. Meerdere perspectieven op onze geschiedenis zijn onmisbaar voor een diverse en inclusieve stad. Te lang is alleen het perspectief van de overheerser dominant geweest. Te lang ontbrak de stem van onderdrukten. We zijn voorzichtig positief over het plan van de gemeente om in gesprek te gaan met partijen die het onderzoek kunnen uitvoeren. Deze intentie gaat ons niet ver genoeg. We willen de toezegging dat het onderzoek echt uitgevoerd wordt. Wanneer alle feiten op tafel liggen, kan het gesprek over de pijn van het verleden op inhoud gevoerd worden. En kan het gesprek over verzoening beginnen."