De Cito heb ik verpest door een lage score. Volgens mij was ik toen meer bezig met spelen dan met school. De grote veranderingen door de gedwongen verhuizing en het wegvallen van belangrijke sociale ankers hebben geen goede invloed gehad tijdens mijn Cito. Ik kreeg te horen: ‘je gaat naar VMBO-basis’. Maar een klasgenoot met een nog lagere score ging naar het Wellant. Dat is VMBO-kader. Mijn moeder moest huilen, ze heeft echt gesmeekt bij de basisschool om te voorkomen dat ik naar het VMBO-basis zou gaan.
Schakelen en stapelen
Op de Goudse Waarden kreeg ik een Christelijke leraar biologie, meneer Gorissen. Hij was de sleutel voor mijn onderwijscarrière. Hij zei: ‘Kom mee, ik ga je helpen, ik zal het je uitleggen. Als je voor alle vakken voldoende zevens en achten haalt, kun je stapelen en doorstromen’. Na een jaar doorgestroomd naar kader, dat jaar daarop naar theoretisch en dan naar het MBO. Als niemand je dat vertelt, dan weet je het niet. Tot mijn afstuderen aan de Universiteit Utrecht in 2014 heb ik altijd contact gehouden. Volgens mij werkt hij nog steeds op de Goudse Waarden. Het heeft mij veel gegeven, omdat ik eigenlijk op elk onderwijsniveau ben geweest. Alle facetten en niveaus heb ik mee mogen maken, dat was die twee jaartjes extra studietijd wel waard. Ik kan begrip opbrengen voor waar anderen staan. Daar ben ik hem tot op de dag van vandaag heel dankbaar voor. Ik zeg altijd: ratio kun je leren. De theorie: daar zijn boeken en cursussen voor. Maar de emo-kant, daar kun je niet veel aan doen. Dat leer je in je ‘vormende fase’. Die menselijkheid is in de politiek belangrijk, mensen hebben daar soms moeite mee.
Ik voel me als raadslid volksvertegenwoordiger en niet per se belangenbehartiger voor mensen die op GroenLinks stemmen. Ook de mensen die niet hebben gestemd vertegenwoordig ik en ik hoor van mensen in de stad dat ze mij in de raad hebben gestemd om wie ik ben. Landelijk stemmen ze anders. Dat is interessant, omdat het dan niet gaat om een ideologie, maar uiteindelijk om wie je bent. Tegelijkertijd is er geen partij die qua standpunten beter bij mijn idealen aansluit.
Ik ben geen persoon die graag in de spotlights staat. Ik blijf liever in de coulissen. Daarmee kun je ook heel veel bereiken. Soms word je gevraagd en kun je niet weigeren en dan klim je op de zeepkist. Dat geldt voor raadslidmaatschap, maar ook voor andere zaken. Hilde Niezen heeft een paar jaar geleden aan mij gevraagd of ik wel eens over raadslidmaatschap had nagedacht. Ik moest in eerste instantie niet veel van politici en hun debatten hebben.
Ik heb heel lang in het eerste gevoetbald. Eerst bij ONA, toen Donk. Door de verhuizing van Donk naar de Oostpolder ben ik weer teruggegaan naar ONA. Nog steeds selectie, maar ik denk dat het wel het laatste jaar wordt. De trainer vroeg of ik nog een jaartje langer wilde blijven spelen, maar ik merk ook dat er voldoende jonge talenten zijn die het stokje kunnen overnemen.
Zo ging het ook met de Vereniging voor Goudse Sport Organisaties (VGSO). Ik deed een afstudeerstage voor mijn Master bij de gemeente Gouda en de VGSO en schreef een scriptie over participatie door sporters. Ik deed destijds de aanbeveling om Sportcafés te houden en een Goudse Sportraad in te stellen om de stem van de georganiseerde en ongeorganiseerde sporters bij de gemeente te laten horen. Na het behalen van mijn Mastertitel werd ik in het bestuur van de VGSO gevraagd en we hebben toen met raadslid Wout Schonewille van de ChristenUnie een motie gemaakt. Die werd aangenomen. De afgelopen jaren heb ik vanuit de VGSO, samen met wethouder Michiel Bunnik van Sport, de Sportraad mogen ontwikkelen. Die is er nu, maar als raadslid kan ik daar niet in zitten.
Ook op mijn werk ga ik dingen anders inrichten. Ik werk nu nog in Den Haag als bestuursadviseur van de wethouder Economie en Internationale Zaken. Op dit moment zit ik een balans te zoeken tussen de twee gemeenteraden Den Haag en Gouda. Mijn thuisfront bestaat nu nog uit mijn twee schildpadden en die klagen gelukkig niet als ik er niet ben, maar er is een grens. Van origine kom ik vanuit de gebiedsontwikkeling, het fysieke domein. Er lopen nu gesprekken om aan de slag te gaan als ontwikkelmanager voor de herstructurering van Den Haag Zuid-West. Geweldige opgave. In de tussentijd ben ik gepolst door het nieuwe college in Den Haag om weer als bestuursadviseur voor een portefeuillehouder te werken. De komende dagen ga ik daar goed over na denken.
Ambitie
Een raadslid is volgens mij naast volksvertegenwoordiger ook vertaler van de samenleving. Iemand die kan schakelen tussen ratio en emo, de menselijkheid. Het gaat ook om schakelen tussen generaties en tussen laag en hoog, kansrijk en kansarm. Er moet een evenwichtige balans zijn. Ik ben misschien net te oud voor generatie Z, maar ik zie wel dat er een megaversnelling gaande is op allerlei vlakken die ook nog eens wordt versterkt door de digitalisering. Alle generaties moeten inzien dat er snel verandering nodig is. Het liefst morgen, maar wel met een evenwichtige balans om het draagvlak niet te verliezen. We zitten in een TGV, een hogesnelheidstrein, met alle huidige crisissen. Je zit niet in de politiek om tevreden achterover te leunen. Als ik dat gedrag vertoon moet je me waarschuwen.
We hebben het grote verhaal nodig van ons allemaal, waarbij elke doelgroep een plek krijgt. Het verhaal van de jaren ‘70 bij de wederopbouw met Den Uyl is daar een mooi voorbeeld van. Zo een verhaal mis ik. We moeten af van de reactieve politiek. Veel mensen zitten door de stijgende kosten in de stress, omdat ze met overleven bezig zijn. Ze kunnen daardoor niet helder meer over de toekomst nadenken en handelen irrationeel. Dat moet veranderen, anders gaat het niet goed. Het heeft namelijk geen zin om pleisters te plakken als er gehecht moet worden. De problemen met huisvesting, energie, zorg en klimaat vragen om een plan. Daarvoor moeten structureel middelen gereserveerd worden.
Sport is dan een geweldige metafoor: het schakelen tussen ratio en emo, iedereen moet kunnen meespelen, een team is een afspiegeling van een vereniging of wijk, de spelregels zijn voor iedereen hetzelfde, je moet ruimte geven aan talent en je moet beseffen dat je met een ander team moet samenwerken om te kunnen spelen. Misschien is dat de reden waarom het Ajax in Europees verband niet goed afgaat.
Arnout Menkveld, oktober 2022