Spreektekst en resultaat agendering Motie Budgetplafond– Besluitvormende raad 6 oktober 2021
Annemiek Mul GroenLinks
De regio Midden-Holland wil binnen het huidige systeem van de inkoop van jeugdhulp, jeugdzorgplus en begeleiding Wmode mogelijkheden verruimen om als gemeenten te kunnen sturen om de kwaliteit en effectiviteit van de hulp te verbeteren en tegelijkertijd de kosten in de hand te houden. In de regiovisie staan daarvoor drie manieren genoemd. Eén daarvan is het gebruik van budgetplafonds. Bij een budgetplafond vertelt de gemeente aan de zorgorganisatie vantevoren tot welk bedrag aan hulp in de komende periode mag worden verleend. Plat gezegd: hoeveel omzet de organisatie mag maken. De gedachte is dat een budgetplafonds de zorgorganisatie stimuleert om de hulpverlening goedkoper te doen: kortere trajecten, eenvoudiger behandelingen. Erkend wordt in de visie dat het inzetten van budgetplafonds risico’s met zich meebrengt omdat het zal leiden tot langere wachtlijsten. Maar zo stelt de visie, dat hoort nu eenmaal bij budgetplafonds. Wel is uitgangspunt dat voor urgente hulpvragen er zorg beschikbaar blijft.
In de besprekingen in de diverse raden heeft dit onderdeel van de visie tot gemengde reacties geleid. De ambitie tot kostenbeheersing wordt ook in Gouda breed gesteund, maar er is twijfel over dit instrument: kan het wel breed worden ingezet?
-Voor urgente hulpvragen is altijd zorg beschikbaar, maar hoe worden de kosten van de crisisopvang verrekend in het omzetplafond van de instelling?
- Budgetplafonds kunnen wellicht worden ingezet voor lichtere vormen van hulp, maar leiden de groeiende wachtlijsten bij de sociaal teams niet tot meer aanmeldingen in de duurdere zorg en meer schade voor kind, gezin en gemeenschap
- Jeugdbeschermers stuitten in begin van dit jaar al op instellingen die kinderen niet de vereiste hulp konden verlenen, omdat het budgetplafond reeds was bereikt. Dat wordt met veel overleg, afstemmen etc uiteindelijk opgelost, maar kost veel extra inzet.
- En er komt een andere moeilijkheid om de hoek kijken: hoeveel vertrouwen spreekt uit het inzetten van het budgetplafond in de zorgorganisatie? Hebben consciëntieuze professionals een externe financiële prikkel nodig om de voor kind en maatschappij de beste keuze te maken in de behandeling? In de argumentatie voor de inzet van budgetplafonds zit namelijk een impliciete boodschap. En die is: nee we werken als gemeente en zorgorganisatie niet samenin vertrouwen maar op geleide van controle. En daarom leggen we als opdrachtgevers de uitvoering aan banden en vragen we van hen nog weer extra verantwoordingsactiviteiten. Voor de bonafide zorgorganisatie is dit eigenlijk erg beledigend en bovenal lastig en duur. Maar anderzijds: de Nl zorgmarkt raakt overspoeld met ketens van zorgorganisaties, veelal gefinancierd met buitenlands durfkapitaal: de zorgmarkt is een lucratieve business geworden. Voor deze organisaties is het budgetplafond wellicht een nog veel te licht instrument.
Deze motie vraagt aan het college om de raden – liefst regionaal – te informeren over voor- en nadelen van deze manier van contracteren. Tevens vraagt deze motie aan het college om de raden te informeren zodra de budgetplafonds nadelige effecten veroorzaken.
Wat deze motie niet specificeert is wat als nadelige effecten is te beschouwen. Wellicht kan de wethouder in haar toelichting op de reactie op deze motie aangeven, wat zij als nadelig effect zou zien? Anders gezegd: welke risico’s ziet zij van dit instrument en hoe zal zij de vinger aan de pols gaan houden?
Resultaten bespreking:
• De raad is breed alert (gemaakt) op de risico’s van budgetplafonds
• Wethouder ziet budgetplafonds als een van de weinige mogelijkheden om inzicht te krijgen en sturing te kunnen geven; ze omarmt de motie.
• Als nadelige gevolgen van budgetplafonds ziet zij: kwetsbare kinderen (te lang) op de wachtlijst terecht.
• De motie is unaniem aangenomen